|
Weekendongevallen in een ruimer perspectief
Weekendongevallen vallen binnen de grenzen van verkeersveiligheid.
Verkeersveiligheid omvat verschillende aspecten, zoals de veiligheid van
de deelnemers in het verkeer (in het bijzonder de zwakke weggebruiker),
het verbeteren van het rijgedrag, de veiligheidsuitrusting van voertuigen
en de infrastructuur van het verkeersnet, het openbaar vervoer, …. Nadeel
van deze ruime invulling is dat de aspecten verspreid zitten over verschillende
niveaus en bevoegdheden van ministeries en het door slechte communicatie
vaak verkeerd wordt aangepakt en niet op elkaar is afgestemd. Dit heeft
al meermaals voor disputen gezorgd in de media tussen de verschillende
betrokken partijen. Verkeersveiligheid is een van de 'hot' items in
de Belgische politiek. Zo heeft de regering nog maar recent beslist
dat het aantal verkeersdoden tegen 2010 gehalveerd moet worden. Dan nog
zouden er per jaar 750 doden vallen in het verkeer. Dit heeft men zelfs
vastgelegd in een Staten-Generaal voor de verkeersveiligheid. De fragmentering
van verkeer op beleidsniveau speelde ook hier parten: op de Staten-Generaal
zijn niet minder dan zeven ministers aanwezig die terzake allemaal een
of andere bevoegdheid hebben. Voor het eerst tracht men een coherente
visie en een globale aanpak van het verkeersbeleid hierin voor te stellen.
Belangrijkste punten hierin: betere inzameling statistische gegevens,
verhoging van de controles op het naleven van de wetgeving, meer doeltreffende
opvolging van de vastgestelde overtredingen, ontwikkeling van zones 30
en bescherming schoolomgevingen, aanleggen van fietspaden en betere weginfrastructuur.
Maar ook de veiligheidsuitrusting van de voertuigen moet verbeterd worden
door o.a. een verplicht gordelgebruik voor alle kinderen onder de twaalf
op de achterbank en de dodehoekspiegel voor vrachtwagens en bussen. Verder
komt een sensibiliseringscampagne rond overdreven en onaangepaste snelheid,
rijden onder invloed en gordeldracht, met bijhorende controles.
Ook voor de bevolking is het een thema dat hen zeer na aan het hart
ligt. Iedereen wordt er wel mee geconfronteerd, is het niet via persoonlijke
ervaringen of via verwanten, dan is het wel via het nieuws. Verkeersveiligheid
omvat vele aspecten en weekendongevallen bij jongeren is er daar een
van, maar zeker geen te onderschatten zaak. Het menselijke leed is
enorm (de immateriële kosten) en de financiële kost is groot. Deze financiële
kost omvat schade aan voertuigen, medische kosten, maar ook werkonbekwaamheid,
die van tijdelijke of definitieve aard kan zijn. Deze ongevallen brengen
vaak drama's met zich mee, in de eerste plaats voor de nabestaanden of
de personen in kwestie maar ook ruimer voor de maatschappij. Jonge mensen
belanden vaak voor de rest van hun leven in een rolstoel doordat ze door
te snel te rijden in de gracht terecht kwamen. Daarnaast is er ook nog
het objectieve (gemeten aan cijfers) en het subjectieve (zoals het gevoeld
wordt) onveiligheidsgevoel.
Jongeren en weekendongevallen
Jongeren zijn in het verkeer een risicogroep. Zij hebben veel meer
kans om een zwaar ongeluk te hebben dan andere leeftijdscategorieën.
Hiervoor zijn er verschillende factoren, gaande van drugs, alcohol, onervarenheid,
overdreven snelheid,
. En natuurlijk niet te vergeten het gedrag
van jongeren achter het stuur. Zeker jonge mannen zijn een groep die zeer
vatbaar is voor stoer gedrag achter het stuur en die in het merendeel
van de gevallen het jongerenaantal die de dood vinden in het verkeer uitmaken
die er elk weekend vallen. Onder stoer gedrag wordt dan verstaan: onaandachtig
rijden, met onaangepaste snelheid rijden, onder invloed van alcohol en
drugs rijden en vooral met de gedachte rijden van 'mij kan niets overkomen'.
De mentaliteit van deze jonge gasten speelt hierbij een belangrijke
rol. De campagnes die tot nu toe gevoerd zijn, om verschillende aspecten
van verkeersveiligheid te bevorderen, hebben blijkbaar geen effect gehad
op deze jonge mannen. Daarom zou men moeten trachten om hun gedrag te
achterhalen en de redenen hiervoor. Aan de hand hiervan zou men een campagne
moeten lanceren die specifiek op die doelgroep gericht is met als doel
om tot de jongeren door te dringen en eventueel hun mentaliteit te veranderen.
Het is vaak een misvatting dat enkel
jongeren het leven laten in weekendongevallen, hoewel dit niet het
geval is. Toch vormen zij de belangrijkste risicogroep tijdens de weekendnachten.
Hiervoor zijn een aantal factoren verantwoordelijk die gevaarlijk rijgedrag
in de hand werken en dus ook een hoger ongevallenrisico met zich
meebrengen en die specifiek zijn voor jongeren.
Het rijgedrag van jongeren is een uitvloeisel van het algemeen gedrag
van jongeren dat wordt gekenmerkt door: onafhankelijkheidsdrang, noodzaak
aan mobiliteit, het behoren tot de volwassen wereld, overmoedigheid, risiconame
en -beleving, het zoeken naar nieuwe sensaties, prestatiedrang, het zich
afzetten tegen de regels en deze eventueel te overtreden; jongeren hebben
de indruk dat ze onsterfelijk zijn: een ongeval is iets dat je overkomt
en te wijten is aan externe factoren waaraan je niets kan doen - cf. de
attributiefout in de psychologie: de oorzaak van negatieve persoonlijke
gedragingen of die van de groep waarmee men zich identificeert worden
vooral toegeschreven aan de situatie of worden als uitzonderingen van
het gedrag beschouwd; de situationele factoren worden dus overschat en
de persoonlijke factoren onderschat door diegene die het gedrag vertonen.
Deze behoeften van jongeren worden daarenboven sociale normen. Dus deze
behoeften worden geïnterpreteerd als 'zo moet je je gedragen'. Op
basis hiervan kan de jongere zich laten gelden of integendeel verworpen
worden als hij zich niet schikt naar deze normen van sensatiedrang e.d.
Jongeren ondergaan sterk de invloed van hun onmiddellijke omgeving (vrienden),
terwijl hun leefpatroon cultureel en maatschappelijk wordt bepaald door
heersende opvattingen en trends (zo wordt de auto aanzien als het symbool
van vrijheid en emotie).
Een veelvoud van factoren zorgen voor een verhoogd risico voor ongevallen
bij jongeren van 18 tot 24 jaar:
· biologische en geestelijke onvolwassenheid
· hoge risico-acceptatie
· het overschatten van de eigen vaardigheden en het onderschatten
van de complexiteit van de verkeerssituatie
· de gedragsroutines die foutgevoelig zijn en traag worden uitgevoerd
· hoge expositie: jongeren rijden vooral tijdens omstandigheden
waarin het ook voor meer ervaren bestuurders meer risicovol is (bv gedurende
de weekendnachten)
· mentale overladenheid door de veelheid van informatie waarmee
ze tijdens de rit rekening moeten houden
· de levensstijl van jongeren zoals het aangaan van uitdagingen,
het niet onder willen doen voor anderen, de wens om zich te conformeren
aan de vriendengroep
· drugs en alcoholgebruik, zeker als dit nog gepaard gaat met weinig
rijervaring en ongunstige weersomstandigheden
|
|
Een aantal cijfers:
-In het weekend vallen, per tijdseenheid, 1,5 maal meer doden dan in de
week.
-33% van de bestuurders betrokken in een ernstig ongeval in de weekendnachten
is tussen de 18 en 24 jaar. (zie ook tabel 1 in bijlage)
-20% van de bestuurders van personenauto's tussen 18 en 24 jaar, die betrokken
zijn in een ernstig ongeval, zijn dat tijdens de 3 weekendnachten.
-Jonge (mannelijke) bestuurders, bij gelijke verkeersdeelname, tot 3 à
4 maal meer kans lopen om betrokken te zijn bij een ernstig ongeval dan
andere bestuurders
-11% van de volwassen bevolking is tussen 18 en 24 jaar oud, maar toch
vertegenwoordigt deze groep 25% van de dode en zwaargewonde bestuurders
en passagiers van personenauto's.
-in weekendnachtongevallen zijn slechts 16% van de dode en zwaargewonde
bestuurders vrouwen, en dus 84% mannen.
-'s Nachts zijn ruim de helft (56%) van de ernstige ongevallen waarin
18 tot 24 jarigen betrokken zijn, aanrijdingen tegeneen hindernis buiten
de rijbaan. 32% van de ongevallen waarin 18 tot 24 jarigen betrokken zijn
betreffen ernstige aanrijdingen tegen een vaste hindernis buiten de rijbaan.
|
|